“Mensen die zich duurzaamheid aantrekken (…) zijn geneigd zich over het geldsysteem niet al te veel zorgen te maken. Ze zoeken het voor oplossingen ook niet in monetaire innovaties.” Met deze woorden begint het boek ‘Geld en duurzaamheid’ van Bernard Lietaer (en anderen). En deze woorden zijn precies op mij van toepassing. Natuurlijk, geld en ‘de economie’ zijn belangrijk in deze wereld, maar toch vooral een middel, en zeker geen doel op zich. Daarom was ik ook erg benieuwd wat ‘Geld en duurzaamheid’ zou brengen. Hier mijn recensie.
Club van Rome
Het boek ‘Geld en duurzaamheid’ is eigenlijk geen echt boek, maar een rapport van de Club van Rome. De Club van Rome is een particuliere stichting van Europese wetenschappers, gecentreerd rond het thema duurzaamheid. Milieukundigen kennen de Club van Rome vooral van een eerder rapport: ‘Grenzen aan groei‘. Dit rapport uit 1972 waarschuwde toen al dat oneindige economische groei nooit kon blijven plaatsvinden op een eindige planeet. En nu verschijnt er dus een nieuw rapport van hun hand: van een falend geldsysteem naar een monetair ecosysteem. Volgens de auteurs heeft het rapport drie doelstellingen:
- “Bewijs leveren dat de financiële en monetaire instabiliteit die Europa en de wereld teistert een structurele oorzaak heeft.
- Het monetaire probleem en de oplossing ervoor in de context te plaatsen van twee mondiale problemen: klimaatverandering en de vergrijzing van de bevolking. Het rapport toont aan dat, om de ergste scenario’s van klimaatverandering te vermijden, er nu massale investeringen nodig zijn (…). Tegelijkertijd vermindert de pensionering van babyboomers de inkomsten.
- Pragmatische uitwegen aanreiken die betaalbaar kunnen worden uitgevoerd door burgers, non-profitorganisaties, bedrijven of overheden: uitwegen die op een structureel niveau een aantal cruciale duurzaamheidskwesties zouden oplossen waarmee veel landen momenteel worstelen.”
Laten we kijken of deze doelstellingen waargemaakt kunnen worden.
Instabiliteit van het monetaire en bankwezen
De achterkant van het boek beschrijft het al: in 2010 bereikte het volume van valutatransacties 4.000 miljard dollar per dag. De reële economie bedraagt ongeveer 2% van dat bedrag. 98% van deze 4.000 miljard dollar is puur speculatief. Vanaf 1970 zijn er volgens het IMF 425 systemische crises geweest; een ongelooflijk aantal. Door deze feiten te laten zien, betogen de auteurs dat de huidige crises een structurele oorzaak hebben; sterker nog: het huidige monetaire systeem is fundamenteel verkeerd ontworpen. Het financiële systeem werkt kortetermijndenken in de hand, is gericht op verplichte groei, concentreert rijkdom en devalueert sociaal kapitaal. Voor de huidige crisis weet ze slechts één oplossing: de privatisering van alles. Hierdoor komen alle publieke middelen in private handen. Deze roep zie je nu sterk in Griekenland, maar ook in andere landen zoals het Verenigd Koninkrijk. Volgens de auteurs is dit echter een kortetermijnoplossing: waarom zouden overheden kredietwaardiger worden zodra ze huur moeten betalen voor hun kantoren en tol om hun werknemers naar het werk te laten rijden over wegen die ooit eigendom waren van de overheid? Kortom, volgens de auteurs van dit rapport werkt het huidige monetaire systeem crises in de hand, en is ze daardoor onverenigbaar met duurzaamheid.
Complexe flow systemen
Wat is dan wel duurzaamheid? En hoe moeten we ons monetaire systeem dan inrichten om het wél verenigbaar te krijgen met duurzaamheid? Hier wordt het boek naar mijn mening écht heel interessant. Volgens de auteurs wijst onderzoek uit dat élk complex flow systeem gedefinieerd kan worden door de verhouding tussen efficiëntie en veerkracht. Zie de figuur hieronder. Ook heb ik dit concept al eerder gebruikt, bij een definitie van duurzame voeding.
De theorie is simpel: wordt er teveel nadruk gelegd op efficiëntie dan gaat dit ten koste van de veerkracht; teveel nadruk op veerkracht gaat ten koste van de efficiëntie. Dit kan in principe toegepast worden op elk systeem: organisaties, ecosystemen, etcetera. Als organisaties efficiënter worden is dit in principe goed. Maar, worden organisaties té efficiënt en dus te groot, dan gaat het ten koste van de veerkracht. Als er een verstoring optreedt, dan kan het systeem zich niet meer aanpassen. Als een roofdier zich specialiseert in één prooidier (bijvoorbeeld konijnen), wordt hij hier snel de beste in. Maar breekt er een konijnenziekte uit, dan zal dit roofdier snel ten onder gaan. Kortom, duurzaamheid is de optimale balans tussen efficiëntie en veerkracht.
In het huidige monetaire systeem met maar één munt (een “monetaire monocultuur”), ligt de nadruk veel teveel op efficiëntie. Hierdoor kunnen financiële transacties erg snel plaatsvinden. Maar, als er ergens een crisis optreedt, heeft dit tot gevolg dat het hele systeem inklapt. Dit is wat we de laatste jaren gezien hebben. Veerkracht is ver te zoeken.
Wellness Tokens
Daarom, zo leggen de auteurs uit, moet het huidige systeem op de schop. Hoe kan er dan meer duurzaamheid in het systeem komen? Simpel: er moeten complementaire munten (“fiat valuta”) komen, door de overheid ingebracht. ‘Primaire doel hiervan is door belastingheffing vraag te scheppen naar een munt die ander geen intrinsieke waarde heeft.’ Dat klinkt natuurlijk behoorlijk abstract en vaag. Een voorbeeld kan helpen.
Stel: we willen ons gezondheidsstelsel niet langer richten op ziekte maar op gezond leven. We willen gezond gedrag dus belonen. In ons huidige systeem kunnen we dan goed gedrag subsidiëren. Burgers ‘verdienen’ dan aan hun gezonde gedrag. Maar, deze euro’s kunnen ook ergens anders aan uitgegeven worden. Ik kan mijn ‘verdiende geld’ weer uitgeven aan een nieuwe tv. Het kan ook anders. Stel dat de overheid “Wellness Tokens” uitgeeft. Deze Tokens kun je verdienen als je bijvoorbeeld regelmatig naar de sportschool gaat. Deze Tokens kun je vervolgens alleen uitgeven binnen de preventieve gezondheidszorg: bij dezelfde sportschool, of voor medische producten. Kortom, Tokens belonen en moedigen gezond gedrag aan, en blijven binnen de preventieve gezondheidszorg. Er ‘lekt’ geen geld weg: subsidie blijft effectief. Dit vermindert op lange termijn de medische kosten voor de samenleving.
Oplossing huidige crises
Deze complementaire systemen zullen het huidige monetaire systeem bufferen. Belangrijker nog: bij een juist ontwerp bevorderen ze langetermijndenken en verhogen ze het sociale kapitaal. De auteurs geven negen voorbeelden van complementaire systemen, waaronder de bovengenoemde Token. Een andere voorbeeld is de uitgifte van Civics: een voorstel tot ‘empowerment’ van een stad of regio om maatschappelijke activiteiten te financieren zonder hun budget te belasten. Lees hier meer over in een interview in NRC met Bernard Lietaer.
Onorthodox
Het boek is buitengewoon inspirerend omdat het behoorlijk onorthodox is. Het huidige monetaire systeem met een enkele, monopolistische uitgegeven munt, is inderdaad zo overheersend dat ikzelf nooit gedacht z0u hebben aan een financieel systeem met meerdere soorten munten in omloop. Daarmee opent het rapport nieuwe denkkaders en -richtingen. Ineens zie ik overal mogelijkheden voor nieuwe ‘munten’: gezondheidszorg, regio’s, bedrijven, enzovoorts. Het rapport is verrassend vlot leesbaar, zelfs voor iemand zonder een economische achtergrond. De auteurs kiezen over het algemeen voor bondigheid boven volledigheid. Bij het boek horen verschillende bijlages, die allemaal gratis in te zien zijn via www.money-sustainability.net. Daarmee is het rapport vooral bedoeld als aanzet voor een (wereld)wijde discussie over ons monetaire systeem. Wat mij betreft maken de auteurs meer dan duidelijk dat dit mogelijk is en een bijdrage kan leveren aan een duurzamere wereld.
Menselijke aard
Tegelijkertijd is de onorthodoxe boodschap ook de grootste onzekere factor. De auteurs betogen dat het ontwerp van ons huidige systeem fundamenteel onjuist is. Een beter ontwerp leidt tot meer duurzaamheid. Ze proberen het argument dat de huidige crises zijn veroorzaakt ‘vanwege de menselijke aard’ te weerleggen door te betogen dat een beter ontworpen financieel systeem deze crises overbodig maakt. Dat is mij een beetje te makkelijk, en de auteurs nuanceren dit ook naarmate het boek vordert. Het feit dat we bijvoorbeeld rente vragen op leningen werkt kortetermijndenken in de hand volgens de auteurs. Dus als we rente gedeeltelijk afschaffen of omvormen tot ‘liggeld’ gaan we automatisch lange termijn denken. In mijn ogen is dat iets te optimistisch: zijn we niet geneigd rente te vragen omdat de menselijke aard is dat we korte termijn denken? Een ander systeem kan dit natuurlijk ondervangen, maar zal lastiger te implementeren zijn als je de menselijke aard pessimistischer inschat.
En daarmee zijn we natuurlijk bij het cruciale punt van dit rapport: is het te implementeren? De auteurs kiezen er bewust voor om bestaande complementaire systemen zeer mondjesmaat te beschrijven. De argumentatie hierachter is dat deze systemen elders uitgebreid beschreven staan. Toch vind ik dit een kleine tekortkoming, hoewel het de duidelijkheid van het boek wel te goede komt. Maar toch, lessen en ervaringen van al bestaande implementaties lijken me toch cruciaal om een haalbaarheid in te schatten van deze ideeën.
Aanrader
Maar dat gezegd hebbende, blijft toch vooral de inspirerende kijk op ons huidige systeem achter. Geld is allang geen ‘ruilmiddel’ of ‘smeerolie’ meer in deze samenleving. Een alternatieve manier van omgaan met geld zou dit idee weer terug kunnen brengen. Als we duurzaamheid écht serieus willen nemen, dan kunnen we het monetaire systeem niet ongemoeid laten. In mijn achterhoofd blijft deze gedachte nog wel een paar maanden hangen.
PS.
Houd je niet van lezen? Na onderstaande TED-lezing van Bernard Lietaer ben je in minder dan 20 minuten op de hoogte.
The post Recensie – Geld en duurzaamheid appeared first on Henri de Ruiter.